Taalfenomeen

 

 

Het taalfenomeen beschrijft het feit, dat een persoon, die alleen de basisschool bezoekt en nooit een vreemde taal heeft geleerd, in diverse talen accentvrij citaten kan weergeven.

 

 In principe berichtte Therese in de toestand van in zichzelf gekeerd zijn (zie hoofdstuk ‚visioenen‘) over het in het visioen gehoorde in de Duitse taal of in het dialect van de Oberpfalz. Af en toe op eigen initiatief, maar vooral op uitdrukkelijke wens van de persoon die een vraag aan haar stelde, gaf ze dat wat ze zojuist gehoord had ook in de originele taal van de gebeurtenis weer. Had ze bijv. de scène ‚Jezus voor Pilatus' beleefd, kon ze het Latijn van de Romeinse soldaten weergeven. Na een visioen uit het leven van de heilige Antonius van Padua, berichtte ze in zijn moedertaal in het Portugees. Na een visioen over de heilige Bernardette Soubirous van Lourdes sprak ze in het provençaalse dialect. De het vaakst van haar gehoorde en weergegeven vreemde taal was het Aramees. Aramees was in de tijd van Jezus de algemeen gesproken taal in Palestina. (Hebreeuws bleef als heilige taal gebruikt voor de liturgie.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Omdat Therese Neumann de taal, waarin ze in de visioenen de personen hoorde praten niet begreep - waarvan prof. Wutz nu was overtuigd – kostte het zowel haar als ook de professor veel moeite en geduld, het gehoorde te herhalen. Over de methode, waarmee prof. Wutz het Aramees uit haar probeerde te krijgen, zei Therese: "In het begin heeft hij naar mij geluisterd, zonder iets te zeggen. Pas later wilde hij mij door vragen dwingen, om hem een grotere woordenschat uit mijn geheugen te laten horen. Dat kostte mij moeite, soms deed ik dat zelfs met tegenzin, maar later gaf ik toe………..Ziet u, het gaat met mij net als met een kind, dat de taal hoort, en alleen maar door te horen, terwijl hij geen weet heeft van het waar en waarom, de taal imiteert." (Teodorowicz, pag. 496)

Aan de eigenaardige klanken schonk in Konnersreuth eerst niemand aandacht, omdat niemand die verklaren kon. Ondekt werd het taalfenomeen pas, toen prof. dr. Franz X. Wutz, universitair docent voor oud-testamentische exegese en bijbelse wetenschappen aan de filosofisch theologische faculteit in Eichstätt, toevallig in de buurt van Konnersreuth vertoefde en van het meisje hoorde, dat visioenen zou krijgen en ook een onbekende taal zou spreken. Aanvankelijk vol twijfel begaf hij zich op een vrijdag naar het huis van Neumann, toen "echter de afzonderlijke woorden hoorbaar werden, herkende hij tot zijn verbazing geheel duidelijk het Aramees." (Teodorowicz, pag. 493)

 

 Prof. Wutz kwam daarna vaker naar Konnersreuth, schreef de Aramese verklaringen in steno mee, controleerde ze thuis en constateerde, dat Therese niet alleen woorden en zinsdelen weergaf, die in de Heilige Schrift zijn te vinden, maar dat ze ook aanvullingen gaf.

 

 Om er zeker van te zijn, dat Therese geen verkeerde informatie gaf, probeerde prof. Wutz, "die door Hebreeuwse woorden of ook met grammaticaal incorrecte Aramese woorden te verwisselen. Ze gaf echter telkens aan, dat die verkeerd waren. Voor een deel uitte ze ook woordstructuren en syntactische vormen, die Wutz niet kende en waarvan hij de juistheid tot zover bestreed, tot hij ze [later] toch in bronteksten had aangetoond." (Buchberger, pag. 22 e.v.)